Waarom minimaal 30 dagen in een potje…?
Na een begrafenis gaan nabestaanden nog geregeld kijken bij het graf. Ook in de daaropvolgend dagen komen ze nog dikwijls naar de begraafplaats zoekend naar troost, naar stilte en een gevoel van realiteit; hoe hard deze soms ook is.
Waarom duurt het dan minimaal 30 dagen (of langer) voordat de urn met as naar huis mag komen? Dit heeft te maken met mogelijk justitieel onderzoek, denk bijvoorbeeld aan vergiftiging. In die 30 dagen is onderzoek dan nog mogelijk. Ook is de termijn bedoeld zodat nabestaanden het onderling eens kunnen worden over de bestemming van de as. Het zou immers treurig zijn als een familielid de as meeneemt, uitstrooit en andere familieleden hier niet over informeert.
Toch krijg ik vaak de vraag of de urn niet eerder naar huis mag. Nabestaanden willen hun dierbare graag dichtbij hebben; thuis hebben. Alles beter dan in een potje in een afgesloten ruimte in het kille crematorium staan.
Via de officier van justitie is het heel soms mogelijk om van deze ’30 dagen termijn’ af te wijken. Maar dat is moeilijk en niet zomaar geregeld. Emotionele gronden zijn in elk geval géén reden voor een officier om van de wet af te wijken. Er zullen doktersverklaringen aan te pas moeten komen en eventueel een gesprek met de officier om de noodzaak toe te lichten.
In mijn 20-jarige ervaring is het pas drie keer gelukt om de as eerder te ontvangen.
Gevoelsmatig vind ik het lastig en voel ik me soms de brenger van het slechte nieuws dat een urn niet eerder naar huis mag. Maar goed, ik zal me natuurlijk ook aan de wet moeten houden. Logisch.
Maar niet getreurd….er gloort licht aan de horizon. De politiek gaat de Wet op de Lijkbezorging (wat een vreselijke naam overigens) onder de loep nemen. Een van de speerpunten: “Mag de urn niet eerder naar huis”? Laat ons hopen dat de politiek een beetje vaart zet achter dit briljante idee en hiervoor ook de termijn van 30 dagen hanteert om het te geregeld te krijgen…of is dat een te rooskleurige gedachte? Tja, hoop doet leven maar alvast een klein hoera voor dit voorstel is hier wel op zijn plaats: hoera, hoera, hoera!
Bob